51. Geboortestad
51. Geboortestad
Dag 4
De eerste dag in Busan. We slapen wat uit en doen het rustig aan na toch wel volle en intense dagen. We willen een ritje langs de kustlijn maken, maar al zwoegend door het verkeer in Busan komen we erachter dat dit concept hier niet echt lijkt te bestaan. We stranden in Haeundae, één wijk verder, banen ons een weg door de (zand) storm en eten er iets.
Ik krijg wat berichten over mijn rijvaardigheden. Wie mij al wat langer kent, is op zijn zachtst gezegd verbaasd. Of, zoals mijn zus stuurt: ‘Wel heel onwaarschijnlijk dat jij net de chauffeur bent daar.’ Buiten in Nederland reed ik ooit nog één andere keer in het buitenland, dat eindigde vrij snel in spookrijden in Amiens.
’s Avonds sta ik op een dakterras aan Gwangali beach. Op dat strand maakte ik met mijn familie een eerste clandestiene covidquarantaine uitstap de eerste keer dat ik hier was. Toen logeerde ik 3 weken bij hen. Ik krijg een krop in mijn keel en voel nu scherp, in tegenstelling tot de vorige dagen dat ik hen (weer) niet ga zien. Anderzijds, ik spendeer de dag met twee mensen die nog steeds zoeken, die op zijn minst willen weten. Ik kan niet klagen, ondanks de pijn die ik voel, zou ik niet willen ruilen met niet weten en ik koester de drie weken die we samen hebben kunnen doorbrengen. Al besef ik dat het te gek voor woorden is om daar als geadopteerde genoegen mee te moeten nemen.
Bericht van mijn compagnon de route. We sturen wat. Ik schrijf dat ik altijd hoop heb, er is geen andere optie. We laten samen een traan, op afstand maar heel nabij. Voor ik het weet heb ik de naam van het metrostation waar mijn ouders wonen nog eens gecheckt bij Johan. Zonder doel? Niet echt. Het was niet mijn plan, maar na 3 reizen zonder er naartoe te gaan, wil ik nu toch even naar hun wijk gaan, gewoon om te kijken wat het doet. In gedachte stap ik binnen bij mijn zus haar werk, maar ik weet, dat mag ik echt niet doen.
S heeft gegeten met haar nonkel, ze komt enthousiast terug in het appartement. Ik slik weer een krop in mijn keel weg. Maar als ik nog twijfel, maakt het me meer vastberaden om morgen te gaan rondwandelen in de buurt van mijn ouders.
Dag 5
Ik voel het al als ik opsta… ik ben emo. Ik ga maar een dagje all the way denk ik. Ik neem de metro in mijn eentje. Alleen zijn helpt me om zoveel meer hier te zijn, ik neem meer waar en brengt me een laagje dieper in de stad. Het is de eerste keer dat ik alleen op stap ben in Busan. De vorige drie keer werd ik geleid, waren er emotionele rollercoasters, en is er veel aan mij voorbij gegaan, merk ik.
Eerst ga ik langs het appartement dat we gehuurd hebben om volgend jaar vier maanden te verblijven. Als ik daar in de buurt rondloop, lijken de internetfoto’s bevestigd te worden: levendig maar relatief rustig. Het voelt nog wat onwerkelijk om de kinderen hier naar de bakker of winkel te zien wandelen in hun eentje. Nia vraagt of we eventueel een bal kunnen kopen zodat zij en Ilja kunnen voetballen op het sportveld achter het appartement. Die wens kunnen we, denk ik, wel inwilligen.
Ik vervolg mijn rit en stap uit in ‘hun’ wijk. Ik voel mijn hart bonzen bij elke stap die ik neem. Mijn hart slaat over bij de eerste vrouw die ik zie. Het kan iedereen zijn. Elke achterkant lijkt op haar. Ik scan elk gezicht en tegelijkertijd kijk ik naar de grond. Ik ben hoopvol en ook bang, want wat zou ik doen, als ik iemand tegen kwam. Verstoppen is moeilijk, ik ben breder en groter dan iedereen die ik hier zie. Ik heb niet kunnen eten, ik voel me misselijk en ik weet niet meer wat ik hoop of wil. Ik zie de straat waar mijn zus werkt en het steegje waar ik in moet om naar mijn ouders hun huis te gaan. Plots begint mijn lijf te schokken. Nadien moet ik hard huilen. Als ik de hoek om ga, ben ik bij mijn zus. Dan kan ze me horen als ik roep en me zien als ze naar rechts kijkt. Als ik dichterbij kom, zie ik dat er een andere zaak in het pand zit. Ik voel me ontredderd… straks heb ik geen aanknopingspunten meer. Ik besef nog maar eens dat ik al een paar jaar helemaal niks weet, dat ze zo kunnen verdwijnen. En eigenlijk zijn ze al weg uit mijn leven. Vijftig meter verderop zit een nieuw makelaarskantoor. Zou ze verhuisd zijn? Ik durf niet binnen te kijken. Het steegje naar mijn ouders durf ik ook niet in, maar ik ben blij dat ik geweest ben. Het geeft ook richting voor februari, als we hier vier maanden zijn, dicht bij deze buurt trouwens. Als mensen, of ikzelf, al het idee hadden dat het tijd was om af te sluiten en verder te gaan, kan die illusie bij deze dan opgeborgen worden. Mijn lijf maakt me duidelijk dat ik hier meer mee wil doen dan niks.
Ik ga lunchen met D. We zijn hier allebei geboren. Onze ouders hebben altijd heel dicht bij elkaar gewoond en doen dat nog steeds. Wie weet hadden we elkaar ook gekend als we gebleven waren. All is weird, in adoptieland.
Ik neem de metro naar Jagalchi. Mijn onni bij uitstek komt daar aan met een reisgroep en ik heb nood aan haar knuffel en nabijheid dus die ga ik even halen. Ik tank een paar minuten bij haar, mijn lijf kalmeert en is weer geruster.
P en ik shoppen en wandelen nog wat en zo sluit ik deze bewogen dag rustig en voldaan af. Morgen reizen we verder, maar zoals Johan me herinnert: binnenkort ben ik hier weer. En langer
Zorg goed voor jezelf, Renate, dit is heel heftig!
Dikke knuffel, Hilde
Hey Ea Ra
Dankje om te delen.
Het is alsof ik je verhaal zou willen aanraken van aan de buitenkant. Om het te strelen, om het in mijn armen te nemen en te wiegen.
Het het soort knuffel te geven die jij me al meermaals gegeven hebt. Zacht en warm, omhullend en begripvol. Medelevend.
Naar het niet-weten kan je niet terug. Naar het niet-voelen ook niet. En zo geef jij gevoel aan dat wat ik niet weet. En dat alleen al is goud waard.
X
Heel veel sterkte Renate
Wees in vrede Ea Ra❤️
Dag Ae Ra, wat schrijf je toch mooi, pijnlijk ontroerend, herkenbaar, ik wens je een inzichtelijk vervolg van wat je (niet) weet 🥺 en inspiratie voor je komende reis ♡