28. Omma
Op donderdag hoor ik heel de dag niks, dan ineens om 16.30 een bericht van mijn zus, of we om 17.30 bij haar kantoor kunnen zijn want om 18u heeft ze nog een werkpafspraak, dan kunnen we daar wat overbodige bagage zetten (voordat we naar mijn broer vliegen die op een eiland woont) en mijn ouders zien voordat we naar het restaurant gaan. Het eerste wat ik denk: ‘Aha, mijn vader komt ook.’ En het tweede is: ‘Dat halen we nooooit binnen een uur.’ Een beetje geërgerd omwille van haar late en onhaalbare verzoek begeven we ons in alle haast naar de metro om er zo snel mogelijk te zijn. De kinderen werken wat tegen, die zijn moe, ondertussen wat uitgekeken op de metro en nog niet hélemaal mee met het tempo waarin alles steeds verandert. Ik voel me misselijk, emotioneel ook. Ik onderdruk de drang om de kinderen te zeggen dat ze zich moeten gedragen straks, wat dat dan ook zou betekenen. Gelukkig had ik onderweg ter afleiding wat te lezen over Koreaans pluishaar 🙂
Het is Children’s day vandaag in Korea, een symbolische dag om moeder, kind en kleinkinderen te herenigen.
Mijn zus pikt ons op aan het metrostation, de begroeting…is er eigenlijk geen. Zij zit achter het stuur en wij stappen in. Bij haar kantoor aangekomen, zegt ze dat mijn ouders binnen zijn. De deur gaat open en zowel mijn moeder als mijn vader storten zich (dat mag je letterlijk nemen) op de kinderen. Die zijn beduusd bij zoveel omarming en in 1e instantie een beetje verstijfd zodat ze het allemaal wat laten gebeuren. Naar mij en Johan kijkt eigenlijk niemand om. Ik draai wat rond hen heen, zoek wellicht aandacht maar krijg die niet echt. Mijn vader is emotioneel, lijkt de kinderen niet te willen loslaten. De kinderen pakken mijn ouders en zus in met hun ingeoefende Koreaanse zinnetjes.
Na een (lange) minuut of 10 krijg ik een schouderklop van mijn moeder. Ik vang haar blik, ze glimlacht.
Annyong omma, daar ben je dan.
We rijden naar een restaurant waar we omwille van de drukte voor Children’s day nog moeten wachten. De kinderen springen op de trampolines die er zijn, terwijl mijn ouders zonder echt veel succes proberen de aandacht en genegenheid van de kinderen te krijgen. Ik zie mezelf hetzelfde proberen bij mijn ouders.
Mijn vader is supergedienstig, gaat letterlijk op zijn knieën zitten om de schoenen van Nia aan te doen. Terwijl die er eens goed voor gaat liggen, moet Ilja er niet veel van weten en maakt zich elke keer snel uit te voeten als 1 van mijn ouders zich in zijn buurt begeeft. Nia zal later wel opmerken hoe raar ze het vond dat halboji haar schoenen en trui aandeed, ze is toch immers geen baby meer…
De sfeer tijdens het eten is ok, maar ik krijg weinig contact met mijn familie, we zitten naast elkaar maar er staat een soort onzichtbare muur tussen die niet weg wil, ook al doe ik (weer ik) daar echt hard mijn best voor.
Na het eten worden we Koreaans snel in de auto geduwd en voor we ik het goed besef, zijn we vertrokken: ‘Wat gebeurt er? Zie ik mijn vader nog?’ Geadopteerden kunnen vaak moeilijk afscheid nemen, maar dit was echt helemaal niks.
Dan vertelt mijn zus, bij wie we in de auto zitten, dat mijn oudste zus nog naar haar kantoor komt en dat we daar nog allemaal samen komen. Het kan zo handig zijn om te weten wat er nog te gebeuren staat.
De kinderen zijn blij om mijn oudste zus en haar man te zien. Ze hebben snoep en kadootjes bij voor Children’s day, er wordt geld gegeven, er worden foto’s gemaakt,…het ijs is wat gebroken. Het voelt warm en fijn. De kinderen laten mijn zussen wat dichterbij komen.
Mijn moeder laat vertalen dat ze samen wil gaan winkelen en kado’s wil kopen voor de kinderen. Ik ben op 1 of andere manier blij te horen dat ze de komende dagen nog dingen samen wil doen.
Als we naar het hotel gaan, geef ik mijn moeder een knuffel, die niet echt beantwoord wordt maar we zien elkaar de komende dagen nog tijdens het weekend bij mijn broer op Jeju.
Voor de kinderen was het toch ook wat overweldigend. Ze zijn ineens vol ongeloof dat deze mensen mijn familie zijn. Ze vragen zich af hoe dat kan en vinden het maar een raar concept. Nia is vooral blij dat ik toch naar België kwam omdat ze er anders niet geweest zou zijn.
Vrijdag
Vandaag vliegen we naar Jeju om een weekend bij mijn broer door te brengen. We ontmoeten mijn moeder op de luchthaven. Tijdens het wachten voel ik hoe moe ik ben en ik besef dat we ons op een week tijd vaak en ver verplaatst hebben.
Ik zit naast mijn moeder te wachten, dat voelt vertrouwd. Het doet me deugd te zien dat de zak die ze bij heeft vooral gevuld is met eten voor ons.
Mijn broer haalt ons op aan de luchthaven. Mijn broer, de jongste van het gezin, maar zonder hem zaten we hier nu niet gezellig met zijn allen.
We rijden naar zijn appartement waar de kinderen gelijk helemaal op hun gemak zijn.
Mijn moeder blijft ook heel gretig proberen, daar waar Nia nog wel zo sociaal wenselijk is om er mondjesmaat op in te gaan, zet Ilja het nog steeds op een lopen als ze in zijn buurt komt.
In januari was het Nia haar nieuwjaarswens om in 2022 te kunnen voetballen met mijn broer, dus die wens wordt nu ingewilligd, met veel gelach en kabaal. Mijn moeder is in het appartement gebleven en de kinderen zijn ontzettend los en op hun gemak, ik zou bijna durven zeggen op hun plek. Ook Manu (mijn zus) viel het op dat vooral Ilja er op de foto’s en filmpjes altijd zo open en blij uit ziet. En Nia stond vandaag, volledig tegen haar gewoonte in, te dansen op straat. Ze zegt ook dat ze haar haar wil laten groeien omdat ze hier heel veel meisjes ziet met mooie lange, zwarte haren, zoals ze die zelf ook wel wil.
Als we na het eten (chicken!) naar huis gaan, krijgt Johan een dikke knuffel van mijn moeder, dat ze gerust is nu ze hem gezien heeft. Ik moet mijn knuffel vragen maar er is meer toenadering tussen ons, mijn moeder is ook wat meer ontspannen, ik zie haar vaak lachen.
Zaterdag
We gingen op uitstap vandaag.
De focus van mijn moeder blijft heel erg op de kinderen liggen, ik voel me ergens wel wat gepasseerd. Als we arm in arm lopen, rukt ze zich los om achter Nia aan te gaan, Ilja lijkt ze ondertussen wat rust te gunnen. Nia geeft ons aan dat ze het niet fijn vindt dat halmoni haar zo vasthoudt en niet laat gaan. We drukken haar op het hart dat ze zich mag lostrekken als het nog gebeurt en dat we er mee op zullen letten. Ik merk dat Nia mijn moeder een tijdje ostentatief ontwijkt en heel erg aan mijn rokken hangt.
Naarmate de dag vordert en iedereen wat meer op zijn gemak geraakt in elkaars gezelschap kan Nia ook wat meer nabijheid van haar verdragen.
Ondertussen begin ik me af te vragen of heel de omboeking om nog 2 dagen naar Busan te gaan wel de moeite zal blijken. Johan heeft voor en tijdens de reis alle logistieke en praktische zaken op zich genomen. Ik moet me nergens mee bezig houden, behalve met mezelf en met hier te zijn, een enorme luxe.
Maandag moet mijn moeder naar het ziekenhuis en ze heeft verder nog met geen woord gerept over of we nog afspreken of niet. Tot mijn schoonzus zegt dat mijn moeder ons graag thuis wil uitnodigen maar zich schaamt voor haar woonst, vooral voor Johan. Uiteindelijk nodigt ze ons uit om thuis te komen eten. Oef…hier ben ik blij mee. Er kan ondertussen ook af en toe ook fysiek contact af. Ik merk dat ik hier wel naar verlang, vorig jaar kreeg ik dat heel veel en ik had er graag nog eens in mijn eentje voor terug gekomen. Door covid liep de planning anders maar het staat vast dat ik nog eens alleen terug kom zodat zowel ik als mijn moeder maar 1 rol te vervullen hebben.
Hoewel het logischerwijs wat tijd vraagt om elkaar weer echt te vinden, ben ik hier heel graag, ik probeer echt in het hier en nu te genieten van elk moment. Meestal lukt dat ook, maar af en toe sluipt het nakend afscheid binnen.
Ik weet dat mijn verhaal op dit moment weer min of meer leest als een verhaal met een happy end, maar zoals ik vorige keer al schreef, het blijft (emotioneel) veel vragen van alle betrokkenen, is altijd complex en blijft heel broos. Sprookjes gaan helaas niet samen met de realiteit en gelaagdheid die bij afstand en adoptie horen. Het zal altijd genuanceerder zijn dan ‘goed en gelukkig’. Veel mensen blijken dat ongemakkelijk te vinden, maar dat is het voor onszelf ook…
Het best mogelijke gevoel is tegelijkertijd ook het ergste, want wat voelt het pijnlijk om me te moeten lostrekken van de plek en de mensen waar ik nooit in mijn leven genoeg tijd mee zal kunnen doorbrengen maar waar ik me toch thuis en veilig bij voel. Ik zou hier nog zo kunnen blijven, om langer vast te houden aan het gevoel van wat ook had kunnen zijn.
Mooi verhaal geniet nog van daar te zijn ik leef met jullie mee groetjes
Ik ben blij dat je toch nog wat kan genieten met je familie en dat het toch een beetje meevalt
groetjes
Dank om ons vanop de eerste rij een blik te gunnen in jouw verhaal en dat van je familie. Geniet van de laatste dagen bij diegenen die je zo’n warm en veilig gevoel geven. Bij wie je de herkenning vindt die je zo lang zocht. Slorp het op, hou het vast en neem het met je mee. ❤️
Hoe moeilijk, emotioneel en onvoorspelbaar deze hele reis ook is, probeer vooral de mooie momentjes een plaats te geven. De kindjes( en jullie ook), gaan sowieso deze reis blijven herinneren, ontmoetingen ‘life’ met heel de familie in Korea blijven voor altijd anders in een geheugen dan foto’s of contact via sociale media. En dat zal dan toch hopelijk voor je familie ook zo zijn, nadat ze kennis gemaakt hebben met de ‘levende wezens’ achter jullie gezinnetje. Hopelijk kan de volgende ontmoeting iets minder gecompliceerd verlopen, daar duimen we voor mee ❤️
Wat gebeurt er veel zeg daar! Veel indrukken en emoties. Mooi om met je mee te mogen leven.
C’est un honneur pour moi de pouvoir partager cette merveilleuse aventure plein de rebondissements. Groetjes coralie
Dankje dat we mogen meelez(v)en in je verhaal! ❤️
Renate, Wat een rollercoaster.
Al je verschillende rollen, het steeds aanpassen, het zorgen voor ….
Dank je wel om dit te delen, om mij mee te nemen in jouw verhaal. 🙏🙏