3. De eerste keer contact!
Daar lag het dan, een hele map vol aan informatie over mij en mijn leven voordat ik naar België kwam. Hoewel ik zelf tot dan toe heel erg mijn best had gedaan om te doen alsof er geen periode voor België had bestaan, was dit natuurlijk wel het geval. 4 maanden kunnen niet zo lang lijken, maar iedereen met kinderen kan bevestigen dat er best wat gebeurt met en bij een baby tijdens de eerste 4 maanden van zijn leven.
Bijna 10 jaar later vind ik nog steeds geen woorden om mijn verbazing van toen uit te drukken. Al die tijd lag dit dus gewoon op zolder, netjes geordend en dus bewust bewaard. Waarom was dit nooit tegen ons gezegd?
Ik nam mijn dossier stiekem mee naar huis en las mijn verhaal misschien wel 20 keer. Toch vond ik het moeilijk om me emotioneel verbonden te voelen met dit verhaal, ik was zover vervreemd van mezelf dat het leek alsof het over iemand anders ging.
Ik zocht de vermelde adoptieorganisatie in Korea op en zag op hun site dat ze een hele serie postadoptiediensten aanbood, onder meer het zoeken naar familie in Korea.
Zolang ik me herinner zei ik tegen mezelf (en andere mensen) dat ik niet de minste behoefte had om naar Korea te gaan, laat staan mijn biologische ouders te zoeken. De enige wens die ik mezelf in stilte toeliet (en die sterker werd omdat ik zwanger was), was de hoop dat ik ooit kon laten weten aan mijn moeder dat het goed ging met mij, dat het offer dat ze gebracht had niet voor niks was geweest en dat ik haar dankbaar was voor het leven dat ze me had gegeven.
Ik besloot een mailtje te sturen naar de Koreaanse organisatie om te informeren naar de mogelijkheden.
Ik heb mijn adoptiemoeder nooit iets verteld over deze zoektocht of de resultaten ervan. Ik beschouwde het als mijn recht om te zoeken en wilde dat het over mij kon gaan en over mij alleen, dit zou nooit mogelijk geweest zijn als zij op de hoogte was geweest van mijn zoeken.
De gegevens die de organisatie had, bleken niet te kloppen maar er was ook een zus aanwezig geweest toen mijn moeder mij afstond. Deze zus kon wel gecontacteerd worden en slechts enkele maanden na mijn initiële vraag werd mijn moeder gevonden. Met haar vond ik in 1 klap mijn volledige gezin van herkomst, naast mijn ouders ook 2 zussen en een broer. Mijn vader en broer waren niet op de hoogte van mijn bestaan maar mijn moeder twijfelde niet om hen in te lichten. Ze waren stuk voor stuk heel dankbaar en enthousiast over onze kennismaking.
Ik wil benadrukken dat mijn zoektocht totaal niet representatief is voor de zoektocht van de meeste geadopteerden. Volgens een boek dat ik las zochten 80 000 geadopteerde Koreanen tussen 1995 en 2005 naar hun Koreaanse familie. Minder dan 3% kon herenigd worden met hen.
Zoektochten worden onder andere bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt door gebrek aan informatie, foutieve informatie, gebrek aan medewerking van de betrokken diensten en bewuste tegenwerking van de betrokken diensten. Het belang van het kind stond duidelijk nooit voorop als het gaat over het ter beschikking stellen van correcte en toegankelijke informatie. Veel adoptiedossiers in landen van herkomst blijken als bij wonder door natuur- en andere rampen te zijn vernietigd of verdwenen.
Dat de informatie in een adoptiedossier incorrect is, lijkt haast standaard. Er worden juridische, ethische en morele grenzen overschreden om een kind adoptabel te maken en de wensen van adoptieouders te kunnen vervullen. Ik weet oprecht niet of ik iemand ken (die zocht en vond) wiens adoptiedossier correct en volledig blijkt te zijn.
Zo werd/wordt er bijvoorbeeld gelogen over leeftijd, al dan niet wees zijn, reden van afstand doen, kinderen werden verwisseld en kinderen werden plots broer/zus gemaakt om mee geadopteerd te kunnen worden. Er zijn gevallen bekend waarbij kinderen ontvoerd worden of waarbij tegen ouders verteld wordt dat hun baby overleden is zodat deze baby gebruikt kan worden om een kinderwens in een vragend land te vervullen.
Onwezenlijk voelde ik me na het lezen van het mailtje van de adoptieorganisatie dat ze mijn moeder hadden gevonden, blij, opgewonden, maar het raakte ook voor het eerst aan iets onnoemelijk pijnlijk dat altijd diep in mij verborgen was gebleven.
De eerste illusie die, ook bij mij, doorprikt werd, was die van het adoptieverhaal uit mijn dossier. Dit bleek niet te kloppen, het ware verhaal dompelde mij in diep verdriet.
Mijn ouders hadden een slecht huwelijk, mijn vader had een alcoholverslaving en was agressief. Toen mijn moeder zwanger was van mij was mijn vader niet meer in het gezin aanwezig. Als alleenstaande moeder van 3 kon ze weinig beginnen tegen de heersende sociale, maatschappelijke en financiële realiteit waarbinnen ze leefde. Zoals bij veel (alle?) geboortemoeders kan je in die situatie bezwaarlijk spreken over een ‘vrije, bewuste keuze’ om af te staan. Mijn moeder probeerde ons alle drie af te staan, maar mijn zussen waren reeds wettelijk erkende kinderen van mijn beide ouders en konden dus niet afgestaan worden. Ikzelf werd afgestaan bij de geboorte.
Mijn vader kwam na een tijdje terug naar zijn gezin en mijn moeder ging naar het weeshuis om mij te halen, maar er werd haar verteld dat ik al weg was. Hierna kregen mijn ouders nog mijn broer. Heel mijn gezin heeft dus altijd gewoon samengeleefd, ik was de enige die was moeten vertrekken. Voor de 1e keer in mijn leven voelde ik me ontzettend scherp en bewust afgewezen.
De eerste maanden na het eerste contact (vele mails en een keer videobellen) overheerste de blijdschap bij mij, al kon ik er weinig mee omdat ik heel vast zat in de loyaliteit naar mijn adoptiemoeder. Maar zeker na de bevalling van Nia domineerden gekwetstheid, boosheid, teleurstelling en onbegrip. Ik kon en wilde niet begrijpen dat iemand ooit zijn kind zou afstaan.
De hoop en verwachtingen die mijn familie koesterde, stootten me af. De jaren nadien heb ik hen vaak genegeerd, er konden maanden en zelfs jaren voorbijgaan voordat ik reageerde op hun mails. Ze zijn echter altijd blijven uitreiken naar mij, ook zonder druk en verwachtingen.
Dit kan logisch lijken maar is helemaal niet zo evident. Als mijn familie op haar beurt vanuit gekwetstheid had gereageerd op mijn afwijzing, dan denk ik dat de mogelijkheden voor een hoopvolle hereniging daar en toen afgestopt waren. Mijn moeder heeft zich toen niet laten leiden door haar eigen gevoeligheden en trauma, ze heeft haar mature moederstuk laten spreken. Dit geeft mij vandaag de kans om haar als dochter diepe erkenning te kunnen geven voor het offer waartoe het leven haar meer dan 36 jaar geleden heeft gedwongen.
Wat heeft gemaakt dat ik me toch wilde en kon verbinden met hen, er zelfs hevig naar verlangde, en wat mij hierbij geholpen heeft, schrijf ik graag een volgende keer.