14. Terug naar huis
Op dit moment ben ik op de luchthaven in Seoul nog aan het nasnotteren nadat mijn moeder en oudste zus net zijn vertrokken. Ik heb mijn PLF formulier ingevuld en zoals verwacht, hoef ik niet in quarantaine als ik terug kom. Omwille van het zeer lage aantal covidbesmettingen is Korea een groene zone.
Het verhaal van mijn moeder zindert nog na, zowel bij haar als bij mij. En ik maak me na het horen van haar beleving nogmaals de bedenking waarom wij als samenleving nog steeds lijken te denken dat vrouwen, en gezinnen (van kleur?), in probleemsituaties goed of zelfs het best geholpen worden door hen voor altijd te scheiden van hun kind. Is het niet hoog tijd om te starten met de denkoefening hoe deze ‘hulp’ anders kan, nee moet, ingevuld worden en in vraag te stellen wie er precies geholpen wordt en wiens belang eigenlijk gediend wordt door moeder en kind te scheiden.
Van mijn 2e zus en mijn vader nam ik vrijdag al afscheid, vooral dat van mijn vader was emotioneel. Toen mijn zus me donderdag vertelde dat ze niet mee naar de luchthaven kon komen vandaag en dat het afscheid vroeger zou plaatsvinden dan ik verwacht had, reageerde vooral mijn lichaam daar onmiddellijk op met misselijk worden en 3x overgeven.
Bij mijn broer en zijn vrouw in Jeju was het heel fijn, de klik van vorige week voelden we nog steeds. Ze hebben hun uiterste best gedaan om mij zoveel mogelijk te laten zien en hebben hiervoor kosten noch moeite gespaard. Mijn broer is degene van het gezin die mij het meest als volwassene beschouwt en ook zo behandelt, wat ook weer wel fijn was. Hij en zijn vrouw hebben de wens dat we een ‘global family’ kunnen zijn en in de toekomst eender waar ter wereld kunnen afspreken om samen te reizen, een prachtidee in mijn ogen. Zijn vrouw was gisteren al aan het zoeken naar een geschikt huis voor ons waar we vakanties kunnen doorbrengen als we naar Jeju komen.
De laatste 2 dagen hebben mijn moeder en ik wat rond elkaar heen bewogen en ons als het ware terug getrokken van elkaar, alsof we elkaar wilden vermijden om het vertrek niet te moeilijk te maken. Bovendien was ze de voorlaatste avond erg dronken geworden (zoals nog nooit in haar leven als ik haar en mijn broer mag geloven), eerst zong ze heel luid, daarna heeft ze heel erg gehuild en was ze volledig de controle over zichzelf kwijt. Ik moest haar troosten en ondersteunen. Hoewel ik begreep waar deze emoties vandaan kwamen, was ik hierdoor heel erg van slag en voelde ik de nood om afstand te nemen, ik werd eerlijk gezegd wat afgestoten door haar zo te zien en ik had totaal geen behoefte aan deze verschuiving qua positie waarin ik geacht werd te zorgen voor haar.
Vannacht heb ik geen oog dicht gedaan en vanmorgen stond ik misselijk op. Verder heb ik deze laatste dag wel rustig beleefd, bij het afscheid van mijn broer overheersten dankbaarheid en blijdschap over onze dagen samen.
Mijn oudste zus en mijn moeder hebben me dan net op de luchthaven afgezet. Deze laatste minuten vond mijn moeder geschikt om nog wat gevoelige vragen te stellen, zoals of ik het niet pijnlijk vind om oude gezinsfoto’s te zien zonder mezelf erop en of ik het niet heel erg vind dat ze na mij nog een kind heeft gekregen, dus mijn zus en ik waren al een tijdje aan het huilen geslagen. Het afscheid was intens en emotioneel, ik kan het moeilijk beschrijven.
Normaal gezien zouden we komende zomer met heel het gezin Korea willen bezoeken maar als de quarantaineplicht in Korea dan nog niet is opgeheven, is dat niet haalbaar. Het is dus onzeker wanneer ik mijn familie weer zal zien, dat maakt weggaan extra moeilijk. Hoewel ik hen niet (opnieuw) verlies, maar juist heb teruggevonden, overheerst momenteel toch de pijn en verdriet om te moeten vertrekken.
Ook voor mijn moeder was het heel pijnlijk om haar pas gevonden dochter terug te moeten ‘afgeven’, net voor het weekend had ze ineens een aantal kale plekken, de dokter sprak van acute haaruitval door stress.
Mijn hereniging tot nu toe is zeker 1 van de fijnste waarvan ik al gehoord heb. Vaker is het een verhaal van aantrekken en afstoten, van kwetsen en gekwetst worden. Ik ben dus uiterst dankbaar voor hoe het allemaal is verlopen, voor wat ik heb gekregen en voor wat ik heb kunnen geven, en voor nu zeg ik: so far, so good.
Er waren de afgelopen 3 weken uiteraard ook lastigere momenten en ergernissen:
- het feit dat ik in de ogen van mijn ouders een kind was, hield ook in dat ik zelf weinig keuzes of beslissingen mocht maken. Meestal vond ik dat niet erg, maar een aantal keer zorgde dit ook wel voor wat irritatie. Zoals die keer dat mijn vader een halve dag in het Koreaans tegen mij preekte waarom ik best geen cola kon drinken omdat dit slecht is voor mijn gezondheid en die keer toen ik een nieuwe valies kocht en mijn moeder het volledig oneens was met mijn keuze.
- mijn moeder blijkt 1 van die mensen te zijn die bang is dat het vliegtuig zonder haar gaat vertrekken en iedereen onderweg zowat omver maait als ze denkt dat het tijd is om in te stappen, geen houden aan.
- ze is van het ietwat koppige en lichtjes eigengereide type (ahum), op bepaalde momenten valt er dus niks tegenin te brengen.
- in Jeju sliep ik samen met haar omdat er maar 1 slaapkamer was, toen ze om 6u ’s morgens filmpjes begon te kijken op haar gsm heb ik toch meer dan 1x moeten slikken.
Met het weerzien in zicht kan ik het mezelf toelaten stil te staan bij mijn gezin waar ik hevig naar verlang. Elke dag heb ik minstens 1x gebeld met de kinderen. Ilja huilde al 2 dagen nadat ik was vertrokken omdat hij wilde dat ik terugkwam, dat heeft zich nog een aantal keer herhaald. Maar voor zover ik nu kan beoordelen hebben de kinderen en Johan het goed gesteld, met veel leuke dingen en met ruimte voor verdriet en gemis.
Ook met mijn liefste zus had ik veel contact, ze heeft me dagelijks gebeld, haar steun was heel belangrijk voor mij.
Een oprechte en uiterst dankbare dankjewel aan elk één van jullie, om mij te volgen van ver en heel nabij, voor de berichtjes, de telefoontjes, het mee lachen, het mee huilen en jullie warme bad van betrokkenheid. Jullie hebben mij aangemoedigd en gedragen doorheen de moeilijke momenten.
Home is where the heart is, dus ik vertrek terug richting huis. Maar het mag duidelijk zijn dat een stukje van mezelf en van mijn hart in Korea blijven.