Dag 5
Eigenlijk heb ik nog niet veel gezien van Korea. Ik verbleef tot nu in Seoul, Busan en Jeju. Ik ben ondertussen benieuwd om het minder stedelijke Korea te ontdekken. Deze reis heb ik daar niet veel tijd voor, maar de roadtrip voor oktober staat al gepland.
Ik heb me hier nog nooit met de bus verplaatst tussen steden, enkel met de KTX trein of het vliegtuig, dus voor mijn mini-uitstap naar Jeonju wil ik met de bus. Ik vergis me nog even en sta aan het treinstation… om de bus te nemen. Dat is dus niet hetzelfde. Het fijne is dat, ondanks de hitte, hier niemand stinkt. Koreanen hebben het stofje dat voor stinkend zweet zorgt gewoonweg niet. Dit is gelijk de reden dat je hier amper aan deo kan geraken, niemand heeft het nodig. Het deert me daarom een stuk minder dat ik met deze temperaturen na de metro ook nog de bus moet nemen om op het busstation te geraken. Aan de ticketautomaat doe ik maar wat. Als ik opstap, met een rol kimbap zoals een echte, blijkt dat ik een luxebus geboekt heb, met ligzetel, tv’tje,… Geheel per ongeluk uiteraard. Rijd me zo ook maar terug naar België.
Onderweg wisselen velden en zonnepanelen elkaar af, traditie en technologie, zoals het Korea betaamt.
De taxichauffeur die me naar mijn hanok brengt, spreekt geen letter Engels, wil niet op mijn Naver app kijken en begint zonder adres rond te rijden. Ik vervloek dat fucking Koreaans. Na een paar minuten word ik pissed en zeg in het Nederlands dat dat zo niet gaat werken…ik heb er onmiddellijk spijt van want, beste taximan, ik ben niet écht pissed op jou natuurlijk, maar op… ja wie eigenlijk.
In de hanok slaap ik op iets dat het midden houdt tussen een dik deken en een halfslachtige matras, het voelt eigenlijk alsof je op de grond ligt. Iets met tradities en ervaren… Bij mijn broer sliep ik al eens een paar nachten op de grond, zonder iets om op te liggen, en ik lag met mijn moeder ook al eens op een stenen bed. De slaapkwaliteit was toen niet echt hoog dus ik ben benieuwd voor vannacht.
Jeonju staat bekend om zijn bibimbap, dat bestel ik om 16u dan ook als (late) lunch. Ik krijg een tafel vol banchans en een hamburger voor erbij. De porties zijn redelijk episch, maar superlekker.
Als de avond valt en de drukte wegebt, is het zalig (ver)dwalen en slenteren tussen de hanoks en de stilte. Ik investeer een lactasepilletje en eet een wafel. En omdat 1 wafel zonde zou zijn van het pilletje, neem ik er nog 1. Die laatste met rode bonen in een prachtig hanok theehuis. Ik kies voor een lege zaal met maru’s. Ik proef, ik luister, ik ruik. En ik slik. Ik bedenk me dat ik dit wel had willen delen, deze plek, deze gewaarwording, deze wafel (of die misschien toch niet). Ik ken er een paar die er ook van zouden genieten, weliswaar niet in deze stilte.
In een whatsappgroepje van vriendjes van N gaat het over hobby’s en schoolopendeurdagen. Ik wil sturen naar een bevriende mama, of ze mijn kind een knuffel wil geven als ze haar ziet. Maar het stokt en de woorden blijven in mijn vingers hangen. In plaats van een bericht komen er tranen. ‘Daar’ gebeuren dingen die belangrijk zijn voor de kinderen, en ik ben ‘hier’. Op twee plekken tegelijk zijn, blijkt niet te kunnen. God weet dat wij, geadopteerden, dat vaak echt heel hard proberen.
En soms betekent dat dan, dat je nergens écht bent.
Dag 6
Regen vandaag, dat maakt dat er heel wat minder mensen rondlopen dan gisteren. In de voormiddag verken ik de omgeving buiten de hanok village, onder andere een markt en een klein paleis dat heel wat geschiedenis draagt waar ik niks over weet. Iemand die onlangs voor de eerste keer terug ging naar Korea, stuurt me. Ze vraagt zich af of de gretigheid, de drang om in te halen en de daarmee gepaarde onrust ooit over zullen gaan. Ik kan alleen voor mezelf spreken, maar bij mij is het nu de vijfde keer voelbaar minder, niks moet. Ik kan hier gewoon rustig ‘zijn’.
J is op daguitstap hier, we lunchen samen en bezoeken een oud, traditioneel theehuis. Ik wandel daarna nog door een mural village in de buurt en dan is het alweer etenstijd. De porties in Korea zijn niet echt afgestemd op 1 persoon, maar ik laat het niet aan mijn hart komen 😊
Morgen vertrek ik weer naar Seoul voor de laatste 2 dagen.
Vorige keren overviel me eigenlijk vanaf aankomst in Korea al regelmatig een zwaar gevoel. Verdriet omdat ik wist dat ik ook weer ging moeten vertrekken en dat mijn lijf dan vaak schreeuwde dat het niet meer weg wou. Ook nu is de tijd voorbij gevlogen, maar ik heb het gevoel dat ik elke minuut beleefd heb. En de zwaarte omwille van het nakend vertrek blijft totnogtoe achterwege.
Eén van mijn vriendinnen vertrekt morgen naar huis. Ze ontmoette voor het eerst haar moeder en bracht heel wat tijd samen door met haar. Het houdt me bezig, hoe het verder zal lopen, hoe ze zich zal voelen,… zowel zij als haar moeder. Adoptie is geen sprookje en dat wordt het ook niet na een hele fijne hereniging. Gemis om wie je niet kent, gaat dan over in gemis om wie je wel kent, met alle complexiteit van dien.
En uiteraard denk ik ook aan mijn eigen moeder, die nu zo dichtbij is dat ik haar bijna kan aanraken.